Natuur en Landschap 2020-1 ||| p. 3 [ > p. 4-5 ]

Overvloed aan stikstof tast biodiversiteit aan gelopen jaar was weer behoorlijk druk met een aantal bijzondere opstekers voor het natuurbehoud. We vernamen met vreugde dat er in het Vlaams beleidsplan staat dat men het platteland met 20% wil ontharden en minder beton wil zien.
Ook was er op 17 oktober 2019 de uitspraak van het grondwettelijk hof dat nieuwe bebouwing in landschappelijk waardevol agrarisch gebied de kwaliteit van het landschap aantast. Dus wordt het bijna onmogelijk om nog te bouwen in dit gebied, zelfs als het landschap al bestaande bebouwing bevat.

Ronald Jacobs

Natuur verstikt door teveel aan stikstof

En dat kwam niets te vroeg want de intensieve niet-grondgebonden veeteelt probeerde zich te nestelen in deze laatste schaarse open ruimte om er enorme runder-, varkens- of kippenstallen van 180.000 dieren en meer te bouwen. Veel integratoren, meestal Nederlandse veevoederbedrijven, proberen ons platteland volledig te verstikken. Gelukkig hielp deze uitspraak ons om een aantal van deze megaprojecten te stoppen. En stoppen is nodig want de gevolgen zijn nefast voor onze natuur. Stikstofverbindingen zoals stikstofoxiden en ammoniak, vooral afkomstig van de intensieve veehouderij, hebben een vermestend effect op de bodem. Daardoor verdringen plantensoorten die van rijke bodems houden zoals grassen en brandnetels, de zeldzamere planten die meer gebaat zijn bij een schrale bodem. Zo gaat de biodiversiteit van planten, maar ook van de insecten en vogels die ervan afhankelijk zijn, sterk achteruit. 
En dat het er nu al niet goed uitziet, bewijzen een aantal cijfers. Zo blijkt uit een Europees rapport inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bron dat de grootste fosfor- en stikstofoverschotten geregistreerd werden in België. De druk van grote concentraties dieren houdt volgens hetzelfde rapport (swd(2018)246final) aanzienlijke risico’s in voor het milieu. Een groot deel van het onevenwicht tussen beschikbaar land en dieren komt vroeg of laat terecht in het water of in de lucht als de mest niet uit de regio verwijderd wordt.
Maar ook de ontvangende gebieden komen onder druk. De grootste veedichtheden in Europa vinden we in Nederland en België.

Andere landbouw wenselijk

Het wordt stilaan voor iedereen duidelijk dat een andere landbouw de enige oplossing is voor de problemen van de boeren en het milieu. We hebben heden vaak het gevoel dat we de problemen doorschuiven naar de toekomstige generaties. Bij de resultaten die de Vlaamse Milieumaatschappij publiceerde eind 2019 lezen we dat de verzurende depositie daalde met 37% tussen 2000 en 2017. Wat we echter niet lezen is dat deze daling zich voordeed tussen 2000 en 2009. De laatste drie jaar gaat het zelfs terug in een constant stijgende lijn… De stikstofdepositie was ook dalend maar steeg wel 7% in 2017.
We besluiten dus: daar waar er een winst was in het vorige decennia, er nu terug een gestage toename is. In Vlaanderen valt het grootste deel van de stikstofdepositie in 2017 toe te schrijven aan de sectoren landbouw (41%) en transport (9%). Verder was 46% van de totale stikstofdepositie het gevolg van import.

Ammoniak, grote boosdoener

Het meest beangstigende is de ammoniakconcentratie (NH³). We zien de hoogste concentraties ammoniak aan de grens met Nederland en in West-Vlaanderen… De grafiek toont dat de ammoniakconcentratie niet veranderde sinds 2008. We zien ook dat al jaren de kritische grens voor hogere en lagere planten wordt overschreden. Een dringende ommekeer is nodig want onze natuurgebieden worden alsmaar sterieler. Toen ik een stapeltje oude zichtkaarten van een overleden oom kreeg, schrok ik hoe groot de plantenweelde was op de wit zwart-wit foto’s.

Ook bij het oppervlaktewater zien we de vermestende invloed, in onze regio waren de afgelopen jaren bijzonder slecht voor het demerbekken. We investeren enorm in waterzuivering en gescheiden riolering maar afgaande op de meetresultaten worden alle inspanningen van de burger tenietgedaan. De doelstelling is om de nutriëntendrempel van 5% niet te overschrijden. De laatste 5 jaar zagen de overschrijdingen voor het Demerbekken als volgt uit:

En alsof dit alles nog niet genoeg is, zorgt onze intensieve veehouderij samen met de Nederlandse voor een hoog risico op ontbossing in Brazilië en Argentinië door de vraag naar soja voor het veevoeder. We hopen dan ook dat een andere vorm van landbouw, die rechtvaardiger is voor de boeren, en de verdere ontwikkeling van kweekvlees op termijn er zullen voor zorgen dat we op de nog niet-gebetonneerde bermen terug kunnen genieten van onze rijke biodiversiteit.