Kevin Feytons

Op 13 mei 2016 werd in natuurgebied Zwarte Bos in Bierbeek de Vlozegge ontdekt. Een klein plantje dat wijst op eeuwenoude, ecologisch zeer waardevolle blauwgraslanden. Het opduiken van de Vlozegge is het resultaat van jarenlang natuurbeheer door vrijwilligers van Natuurpunt Velpe-Mene. Een lopend Europees LIFE+ project Hageland van Natuurpunt biedt bovendien kansen voor een duurzame toekomst.

Wegspringende vlooien

Vlozegge is een klein plantje, meestal kleiner dan 10 cm. Het behoort tot de familie van de schijngrassen of ook wel cypergrassen genoemd. Als de vruchtjes van Vlozegge rijp zijn en je raakt ze aan, springen ze weg. Als je door een vegetatie met veel Vlozegge loopt, is het alsof er vlooien wegspringen, vandaar de naam. Ook in de wetenschappelijke naam Carex pulicaria vindt men dit terug, pulicaria betekent ‘van vlooien’, evenals in het Engels (Flea sedge), Frans (Laîche puce) en Duits (Floh-Segge).

Je zal tegenwoordig al ver moeten gaan om dit effect te ondervinden. Vlozegge is namelijk, net zoals zoveel plantensoorten van voedselarme omstandigheden, zeer sterk achteruitgegaan. In de 19de eeuw waren er nochtans heel wat vindplaatsen in het Zuidelijk Hageland, zoals in het Walenbos of Papenbroek. Maar in het begin van de 20ste eeuw verdwenen ze allemaal ten gevolge van gebruik van kunstmest. Veel van die planten zijn ‘fosfaatvlieders’: ze verdragen geen bemesting met fosfaten. Slechts 3 locaties blijven in Vlaanderen over na 1950: het Torfbroek in Berg (Kampenhout), een blauwgrasland in Ranst en het Buitengoor in Mol. Allemaal absolute floristische parels, bekend bij botanisten. Daarnaast is de soort op 2 plaatsen in Limburg gevonden.

De zeer sterke afname brengt Vlozegge op de Vlaamse Rode lijst in de categorie ‘met uitsterven bedreigd’. Ook in Nederland ging de soort zeer sterk achteruit. Maar nu is er dus een nieuwe vindplaats te vieren: het natuurgebied Zwarte Bos in Bierbeek, dat deel uit maakt van de ‘Bierbeekse vallei’. Daar werd Vlozegge op 13 mei ontdekt door Robin Guelinckx, Dirk Hennebel en Remar Erens van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).

Oude landschappen, oude planten

Het natuurgebied Zwarte Bos bestaat uit eeuwenoude gemeentelijke graslanden, grenzend aan het boscomplex Vuilenbos. Maar deze ‘gemeene weiden’ werden in de jaren 50 deels beplant met populieren en later opnieuw beplant. Men besefte toen niet wat de enorme waarde was van deze graslanden, die zo dreigden verloren te gaan. En dan hebben we het niet enkel over de intrinsieke ecologische waarde (floristisch en faunistisch), maar ook de erfgoedwaarde is onschatbaar, want het zijn de laatste relicten van een ooit wijd verspreid ‘landbouwsysteem’.

Vrijwilligers van Natuurpunt Velpe-Mene hebben deze graslanden, die inmiddels erkend zijn als natuurreservaat, de voorbije 20 jaren hersteld. Sommige bijzondere plantensoorten, zoals Parnassia, zijn definitief verloren gegaan maar een aantal soorten hebben een ‘zaadbank’. Hun zaden blijven tot wel 100 jaar kiemkrachtig in de bodem. Vooral de zegges zijn daarvoor gekend. Al eerder kiemde hier in Zwarte Bos de in Vlaanderen zeer zeldzame Gele zegge talrijk, samen met een reeks ‘subtoppers’ als Blauwe zegge, Geelgroene zegge, Bleke zegge en Paddenrus maar ook zeldzame bloemen als Moerasstreepzaad en Karwijselie geven kleur aan de graslanden samen met algemenere soorten als Echte koekoeksbloem, Pinksterbloem, Dotterbloem, Wilde bertram, Tormentil, Heelblaadjes,…

Hooiland met veel Echte koekoeksbloem in de lente (foto: Jules Robijns)

Volgehouden natuurbeheer

Ook in 2016 werd het kleine maar zeldzame varentje Addertong voor het eerst gevonden in Zwarte Bos en sinds enkele jaren is ook de Brede orchis in het beheerde hooiland verschenen; anno 2016 telde men al 421 exemplaren van deze orchidee. Dit zijn soorten met ultralichte sporen respectievelijk zaden die zich over grote afstanden kunnen verplaatsen door de lucht, maar die anderzijds zeer kritisch zijn en bijzondere milieuomstandigheden nodig hebben voor vestiging.

Volgehouden natuurbeheer door vrijwilligers leidt tot prachtige resultaten (Foto Jules Robijns).

Wat we zowel hier in Zwarte Bos vaststellen als in tal van andere natuurreservaten, is dat natuurbeheer over decennia volgehouden moet worden. Natuurherstel gaat stap voor stap en de meest kritische soorten laten doorgaans het langst op zich wachten.

Het gaat hier dus niet enkel over een zeldzaam klein plantje, Vlozegge, maar over de plantengemeenschap van blauwgraslanden, waar Vlozegge een kensoort van is. Deze fragiele gemeenschappen herbergen een lange reeks soorten die samen een complexe gemeenschap vormen waarbij alles op alles moet inhaken: hydrologie, bodemchemie, bodemleven, milieukwaliteit, historische continuïteit,… een huzarenstuk waar kennis en uitvoering van beheer goed op elkaar afgestemd moeten zijn.

Zwarte Bos is samen met het hele complex van de Bierbeekse valleien opgenomen in het Natura 2000 netwerk van Europees beschermde topnatuur. Hierop geldt dus de hoogste graad van bescherming en instandhoudingsplicht. In het kader van dit beleid worden instandhoudingsdoelen ontwikkeld. Natuurpunt heeft niet gewacht op Europa om hier aan de slag te gaan. Sinds een 20-tal jaar worden delen van het gebied door Natuurpunt als reservaat beheerd, met dank aan de gemeente Bierbeek voor het vertrouwen dat ze in Natuurpunt stelt. Het lopende Europees LIFE+ project Hageland biedt kansen voor een duurzame toekomst van deze blauwgraslanden.

Je kan de bloemrijke graslanden ingebed in een fraai landschap –de resultaten van 20 jaar natuurbeheer en van de LIFE werken- zelf komen bekijken op zondag 5 juni 2016.

Tekst: Robin Guelinckx (INBO en Natuurpunt Velpe-Mene), Hugo Abts (Natuurpunt Velpe-Mene), Luc Vervoort en Pieter Abts (Natuurpunt Beheer) en Jorg Lambrechts (Natuurpunt Studie)
Foto’s: Kevin Feytons en Jules Robijns